Reisschema
  Dag 1: Suðurland
Dag 2: Jökulsárlón
Dag 3: Egilsstaðir
Dag 4: Mývatn
Dag 5: Húsavík
Dag 6: Eiríksstaðir
Dag 7: Reykjavik
Dag 8: Suðurnes
Dag 9: Golden Circle
Dag 10: Terugreis
 
Dag 5: Húsavík walvisvaart, Goðafoss waterval en Akureyri
 We're in Norðurland Eystra!
Het ontbijtbuffet is prima verzorgd hier in het Sel Hotel aan de onderkant van het Mývatn meer. We doen ons dan ook flink tegoed voordat we vandaag eerst nog iets verder naar het noorden rijden voordat we de '1' verder vervolgen in de richting van Reykjavik. Via de deels onverharde maar prima berijdbare 87 komen we na 45 minuten aan in het havenplaatsje Húsavík aan de noordfjorden. Het is voor het eerst dat ik 95 km/u op een onverharde weg heb gereden.

Zelfs voor een zondag is het in Húsavík erg stil. Er is alleen enige activiteit te bespeuren rond het prachtig gesitueerde restaurantje aan de haven en de walvisvaart kantoortjes daar tegenover. Walvissen spotten staat ook op ons to-do lijstje en er zijn twee bedrijfjes, pal naast elkaar, waarbij een drie uur durende tocht kan worden geboekt voor zo'n 60 euro per persoon. Zowel de Gentle Giants als de North Sailing hanteren echter eenzelfde schema. De afvaart van 9:30 is allang geweest en die van 1:30 duurt nog wel even. Een derde maatschappij, Salka, vaart alleen tot 15 september. We besluiten te onderzoeken of we vanaf een hooggelegen klif aan de kust wellicht iets kunnen zien.

De weg 85 is gelukkig een asfaltweg en deze rijden we tot het noordelijkste stukje van de landtong waar we ons op bevinden. Daar treffen we een piepklein Mánárbakki museum, waar twee turfhuisjes en een houten woning van de vorige eeuw bezocht kunnen worden. Hoewel het museum officieel alleen van june t/m augustus open is komt de eigenaar ons tegemoet en wil graag een en ander laten zien. We vragen naar de walvissen maar die zijn hier maar zelden te zien. Het museum ligt op het voor ons noordelijkste punt van de vakantie op 66 graden en 11,97 minuten.

De vuurtoren van Tjörnesviti staat op een mooie plek maar de weg er naartoe is afgesloten. Dan volgen we een klein gravelweggetje en gaan plots vrij steil naar beneden over een modderweg. Het is maar goed dat het niet regent want anders waren we niet meer boven gekomen denk ik. De weg leidt naar een guesthouse / restaurant Tungulending maar ziet er nogal gesloten uit. Vanaf een betonnen pier kunnen we de baai overzien maar we kunnen geen haai, orca, walwis, dolfijn of zeehond ontdekken.

Terug in Húsavík maken we een rondje voor de foto's en gaan we het enige geopende cafe in voor koffie en gebak. Volgens de barman is het spotten van een walvis een vrij kansloze onderneming vandaag. Zelfs met de boot moet er een flink eind open water worden opgezocht om kans te maken. Daarop besluiten we niet te wachten op een volgende vaart en het bij de ervaring die we eerder bij Maui hebben gehad te laten voorlopig.

Via de 85 rijden we naar de Goðafoss waterval, een heel stuk gemakkelijker te bereiken dan de Dettifoss gisteren. Goðafoss ligt pal langs de '1' en is twee minuten lopen vanaf de parkeerplaats. Het hoogteverschil van deze waterval is slechts 12 meter maar de opdeling van de twee helften met daartussen nog een kleiner deel maakt het een erg fraai plaatje. Ook hier weer is het neerstortende water tot centimeters afstand te benaderen.

We rijden weer door naar Akureyri, de tweede stad van IJsland met zo'n 18.000 inwoners. Als we aan de overkant van het fjord komen aanrijden ziet het er ook echt als een stad uit, vergeleken met de kleine dorpen die we tot nu toe gezien hebben. Het oogt allemaal erg vriendelijk. Op goed geluk rijden we de stad binnen en komen precies in het stadshart uit, parkeren de auto en lopen de winkelstraat in. Het is vandaag zondag maar er zijn toch nog een paar souvenirwinkels open.

De volgende plaats is Varmahlíð op ongeveer een uur afstand. Varmahlíð heeft 130 inwoners maar lijkt meer te bieden dan de meeste dorpen van deze omvang. Zo is hier een school, een zwembad en ... een flinke paardenhouderij waar ritten in de natuur gemaakt kunnen worden. We zoeken deze Hesta Sport op en worden bijzonder vriendelijk ontvangen. Hellen maakt een afspraak om morgen om 10 uur met een kleine groep de bergen in te gaan. Of we haast hebben vraagt meneer. Nou, nee hoor, en dus zitten we even later naar een film van een uur te kijken over IJslands trots op paardengebied.

We volgen Thórarinn Eymundsson in de training van zijn IJslander Kraftur frá Bringu in Skagafjördur, waar wij nu zijn, hoe het dier uiteindelijk naar Nederland wordt gevlogen om daar aan het WK deel te nemen. Het einde van de film is best treurig. Op de laatste dag van het evenement vliegt Thórarinn weer terug naar huis. Het paard mag niet mee want eenmaal het land uit mag een paard nooit meer terugkomen. It's the start of a new beginning, zegt hij terwijl de uitdrukking op zijn gezicht trots laat zien maar ook verdriet en pijn om het dier waar hij jarenlang zo intens mee heeft samengewerkt achter te moeten laten.

In Varmahlíð ligt aan de '1' een veitingar, een cafetaria / wegrestaurant. Het eten is hier erg smakelijk en voor een redelijke prijs. IJsland schijnt na Japan het duurste vakantieland van de wereld te zijn en inderdaad is het wel opletten op de uitgaven hier. Eten bij een veitingar is over het algemeen goed te doen en niet te gek duur.

Het laatste stukje naar het guesthouse leggen we in het donker af. Vanaf de '1' is de afslag naar de 731 gemakkelijk gevonden en komen we over de goed te rijden grindweg aan bij het Svinavatn meer. Het is intussen wel gaan regenen en we moeten hier en daar een schaap ontwijken. De gastheer komt ons in de regen tegemoet en maakt ons snel wegwijs in zijn gastenverblijf. De kamer is vrij klein maar verder heel netjes.

Als de regen 's nachts is weggeblazen wordt het plotseling compleet helder en krijgen we het noorderlicht te zien zoals je alleen maar van foto's kent. Over de hele breedte van de hemel is een groene baan te zien en boven de berg zijn duidelijke golvende bewegingen van het licht te zien. De hele nacht blijft het schouwspel zichtbaar. We hebben veel geluk deze vakantie, zowel met het weer als met hetgeen we allemaal te zien krijgen.


Húsavík bij binnenkomst.


Een van de weinige plaatsen waar activiteit te ontdekken is. Het cafe is van buiten en van binnen erg knus.


Het plaatsje ligt net boven de 66 graden noord.


Uitzicht over de haven van Húsavík.




Ik geloof best dat al deze walvissen zich in deze wateren bevinden maar vandaag zijn ze ook op vakantie denk ik.


De houten kerk uit 1907 wordt door de IJslanders zelf als een van de mooiste van het land beschouwd.


Twee turfhuisjes van het Mánárbakki museum.


Betonnen pier bij Tungulending.




Goðafoss is makkelijk bereikbaar en ziet er erg fraai uit.




Akureyri is een echte stad en wordt wel de hoofdstad van het noorden genoemd.


Winkelstraat in Akureyri.


Trollen hebben voor de IJslanders nog altijd een bijzondere betekenis.